• Plateosaurus

    Het begin van iets heel groots

Plateosaurus heeft géén grote hoorns of kammen. Hij heeft géén scherpe tanden of enge klauwen. Hij kan niet superhard rennen en hij is niet reuzengroot. Klinkt niet sexy. Maar tegelijkertijd is Plateosaurus één van de eerste plantenetende dino’s ooit, en: het begin van iets heel groots.

En dat bedoelen we ook letterlijk. Want dit logge dier is het begin van de reusachtige langnekken die de rest van de dinotijd zouden rondlopen.

Het Trias

Plateosaurus komt uit het Trias, helemaal aan het begin van de dinotijd, zo’n 200 miljoen jaar geleden. Het dier liep rond in vochtige moerasgebieden hier helemaal niet zo ver vandaan - er zijn er vele tientallen gevonden in Duitsland. Stel je een dinosaurus voor die op twee krachtige achterpoten staat en zes tot wel tien meter lang is. Een volwassen exemplaar kon makkelijk over ons heenkijken, want dat was zo’n 3 a 4 meter hoog.

Grijpklauwen

De Plateosaurus heeft grote voorpoten met flinke grijpklauwen eraan. De eerste drie vingers zijn sterk ontwikkeld, de ‘ringvinger’ en pink kleine stompjes die nauwelijks een functie hadden. De Plateo heeft een lange, gespierde staart die voor evenwicht zorgt, en ook een soort van verlengde nek: 1,5 meter lang is hij. Niet te vergelijken met een Diplodocus, maar het begin is er. Aan die nek zat een klein kopje met wakkere oogjes.

Kindervondst

Het was al in 1830 - bijna 200 jaar geleden dus - dat de eerste botten werden ontdekt. Het was daarmee één van de eerste dinosauriërs die ooit gevonden werd - zelfs het woord ‘dinosaurus’ bestond nog niet. Het beroemdste exemplaar van Plateosaurus ontdekt in 1904, bij het Duitse stadje Trossingen. Door een stel schoolkinderen op een modderglijbaan. Ze vonden een bot, groeven het uit en brachten het naar hun leraar.
Al gauw werd duidelijk dat ze op een schat waren gestuit, die in samenwerking met het Amerikaanse Natural History Museum werd uitgegraven. Er werden maar liefst 14 skeletten uitgegraven.

‘Ze braken zijn elleboog’’

Vanaf dat moment probeerden experts zich een beeld te vormen van wat voor een dinosaurus die Plateosaurus eigenlijk wás. Het leek een voorouder te zijn van de grote langnekken die in die tijd ook al gevonden waren. Dus werd onze Plateosaurus ook zo in elkaar gezet: namelijk als lopend op vier poten. ‘Fysiek kon dat helemaal niet,’ vertelt Plateosaurus-expert Heinrich Mallison. ‘Ze braken dus z’n elleboog, om het dier op 4 poten te kunnen laten lopen.’
Hij legt uit dat dit een prachtig voorbeeld is van hoe wetenschappers een dinosaurus bouwden naar de ideeën van die tijd. Ze dachten: dit is een grote hagedis, dus móest hij wel op 4 poten staan. Dat het niet helemaal klopte qua botten, daar werd dus niet goed genoeg op gelet. Heinrich Mallison was één van de paleontologen die ontdekte dat Plateosaurus tweebenig was. Maar dit hebben we echt héél lang gedacht - ook het Plateosaurusskelet in Naturalis staat nog in de klassieke opstelling: op vier poten.

Planteneter - en dat is bijzonder!

Plateosaurus was dus een tweebenige planteneter. En dat was in het Trias erg bijzonder: de meeste vroege dino’s aten vlees. Het eten van groenvoer was natuurlijk een heel slim idee, want dat groeide overal om je heen. Maar het vergde wel speciale aanpassingen van het dino-lijf - en vooral een grote buik, met om het groenvoer lang vast te houden en zorgvuldig af te breken. En Plateosaurus at niet alleen planten, maar óók zaden, insecten en soms vlees. Het is daarmee een ‘midden-model’ dinosaurus die tussen tweebenige vleeseters, en vierpotige planteneters in zit.

Sauropoden

Uiteindelijk ontwikkelde deze Plateosaurus van zes meter, in miljoenen jaren door tot de 30 meter lange mega-langnekken van het Krijt. En alles wat daarvoor nodig was - die luchtzakken, die lange nek, een maag om planten te verwerken - dat zat allemaal al in dit pakket. Er hoefde nog maar 1 dingetje rechtgezet te worden: het gewricht in de voorpoten.