Het dino-tijdperk eindigde… in de lente!
De asteroïde die een eind maakte aan het Krijt, de laatste periode van het dinotijdperk zo’n 66 miljoen jaar geleden, sloeg in toen het lente was op het noordelijk halfrond. Een team van Nederlandse, Belgische en Franse onderzoekers heeft dat ontdekt en publiceert dat vandaag in Nature. Dat is een grote stap naar oplossing van de vraag waarom bijna alle dinosauriërs wel uitstierven, en andere dieren niet.
Toen de meteoriet insloeg - met een kracht vergelijkbaar met miljarden atoombommen - genoten dinosauriërs als Triceratops en Tyrannosaurus rex dus waarschijnlijk van een lentezonnetje.
Kwetsbaar moment voor plant en dier
Maar zonder dollen: de ramp trof ze op een kwetsbaar moment, legt de hoofdonderzoeker Melanie During uit. "Bij zulke massa-extincties stort de voedselketen in vanaf de vegetatie: eerst sterven de planten, dan de planteneters, dan de vleeseters. En in de lente staan op het noordelijk halfrond veel planten net in bloei. Stel je bijvoorbeeld voor dat vandaag de dag in de lente alles opkomt, en er komt plots een hele strenge vorst, dan is dat vaak rampzalig. En dat terwijl het in de winter vaak vriest - maar in dat seizoen zijn planten daarop voorbereid en in de lente niet. De planten zaten in een kwetsbaar stadium, en de inslag en daarop volgende 'nucleaire winter', veroorzaakt door verduistering door stof in de atmosfeer, was dus catastrofaal. Net zoals voor dieren, ook zij komen net uit de winter en hebben voedsel nodig om aan te sterken."
Winterslaap
Op het zuidelijk halfrond is de situatie op dat moment heel anders, vertelt Melanie. "Daar is het herfst en gaat de natuur juist net in rust. Planten laten hun bladeren vallen en dieren - niet alleen zoogdieren maar ik heb het ook over sommige reptielen, vogels en bijvoorbeeld krokodillen, gaan dan in winterslaap of een staat van ‘torpor’: het metabolisme en de hartslag gaan omlaag. Hiervoor zoeken ze vaak een schuilplaats op en dat geeft ze mogelijk een grotere kans om zo'n inslag en de gevolgen ervan te overleven."
Directe slachtoffers
Het onderzoeksteam wist het moment van de ramp vast te leggen door de botten te bestuderen van vissen die binnen een uur na de meteorietinslag stierven. Deze vissenfossielen komen uit de Tanis afzetting in North Dakota (Verenigde Staten). Er zijn twee redenen waarom we zeker weten dat deze vindplaats binnen een uur na de inslag werd gevormd, vertelt Melanie. “Ten eerste zit de hele afzetting vol met tektieten: kleine bolletjes gesmolten glas. Dat zijn fragmenten gesteente uit de krater die de ruimte in gelanceerd werden toen de meteoriet insloeg. Het gesmolten gesteente kristalliseerde in de ruimte, en regende vervolgens als hagel van glasbolletjes weer neer op aarde.”
De tweede reden vinden we in de vissen zelf. Want de meteorietinslag veroorzaakte een zware schokgolf door de aardkorst. Die zorgde voor gigantische vloedgolven, die alles in hun pad mee namen. Veel dieren werden levend begraven, waaronder ook de lepelsteuren in North Dakota. De dieren werden ontdekt met in hun kieuwen diezelfde kleine bolletjes gesmolten glas.
Groeilijntjes in vissenbotten
Omdat veel vissen uitstekend zijn gefossiliseerd, was het bijvoorbeeld mogelijk de groeilijntjes in de botten te bestuderen. Je kunt de seizoenen letterlijk terugzien in de botgroei, legt Melanie uit. "In de winter eten dieren nauwelijks en groeit het bot ook niet. In de lente dan zien we eerst een 'line of arrested growth' die het nieuwe groeiseizoen markeert en dan begint het bot weer te groeien. Daarnaast nemen met de groei de hoeveelheid en de grootte van de botcellen toe. In de zomer gaat dat het snelst, en in de herfst vertraagt dat weer. Vergelijk het maar met groeiringen in bomen. Ook na 66 miljoen jaar is dat nog duidelijk te zien," vertelt ze. "We kunnen zelfs zien of de vis een goed groeiseizoen heeft gehad of een slecht."
Gemeten
Van alle vissen is vastgesteld dat het laatste laagje van de lente was. "We hebben het niet alleen visueel onderzocht, maar ook geochemisch gemeten. Van één van de lepelsteuren heb ik koolstofisotoop-verhoudingen gemeten - daarmee kun je zien hoeveel hij eet en ook dat bevestigde: deze dieren zijn in het lente-seizoen omgekomen."
"De eind-Krijt massa-uitsterving van 66 miljoen jaar is een van de meest selectieve massa-uitstervingen die we kennen" vertelt Melanie. Want waarom stierven bijna alle dinosauriërs - op de vogels na - uit, en overleefden andere dieren wel? Dit onderzoek is een grote stap in het ontdekken van het antwoord op die vraag."
Meer weten over Asteroïde-inslag?
De Nature-publicatie van het onderzoeksteam van Melanie During:
Check hier de officiële publicatie in tijdschrift Nature
Dinocast-aflevering over de inslag
Wil je meer weten over de inslag die het tijdperk van de dino’s beëindigde?
In aflevering 8 van Dinocast vertellen we je er alles over.
De eerste momenten na de inslag
Onderzoeker Pim Kaskes vertelt ons in dit artikel over de eerste momenten na de impact op de plek des onheils zelf, de Chicxulub krater.